Nieuw tijdperk voor de mondhygiënist

Mondhygiënisten hebben niet alleen een frisse adem maar ook een hele lange. Zij vechten al sinds hun bestaan voor een rechtmatige plek in mondzorgland. De HBO-opleiding was eerst twee jaar, werd toen drie jaar en daarna 4 jaar. Het wordt zelfs bestempeld als de zwaarste opleiding omdat er op wetenschappelijk gebied veel wordt verwacht. Hierbij hoort ook een aanpassing in de wet en een nieuw beroepsprofiel. Hieronder probeer ik je te vertellen hoe het nieuwe beroepsprofiel er ongeveer gaat uitzien. Ik kan vooral zeggen; ik ben nog trotser op mijn vak!

Geschiedenis

Het beroep mondhygiënist bestaat in Nederland sinds 1967. De mondhygiënist heeft zich sindsdien ontwikkeld tot een zelfstandige zorgverlener en vormt de autoriteit op het gebied van de preventieve mondzorg. In 1974 werd het beroep van mondhygiënist opgenomen in de Wet op de Paramedische Beroepen. Er werd gewerkt in opdracht en onder controle van een tandarts. In 1993 werd dit gewijzigd waardoor het voor de mondhygienist mogelijk werd om zelfstandig ondernemer te worden. In 1997 werd de mondhygiënist functioneel zelfstandig bevoegd voor het geven van verdoving. Hierdoor is de directe aanwezigheid van een tandarts niet meer nodig maar moet er nog wel opdracht worden gegeven. In 2006 studeerden de eerste mondhygiënist af die zowel bij kinderen als volwassenen mogen boren. Ook hiervoor kwam een zelfstandige bevoegdheid. Enkel voor het maken van röntgenfoto’s was er nog directe aanwezigheid van de tandarts nodig. Ook is er sinds dat jaar geen verwijzing van de tandarts meer nodig om de mondhygiënist te bezoeken. Dus je mag op eigen initiatief naar de mondhygiënist. Binnenkort is er voor sommige mondhygiënisten ook geen opdrachtverlening voor verdoving, boren en röntgenfoto’s meer nodig. Over dat laatste schrijven we nog een aparte blog.

Verschuiving

Hoog tijd voor een nieuw passend beroepsprofiel dus. Niet alleen de mondhygiënist verandert maar de gehele gezondheidszorg is aan het verschuiven. Al eerder schreven we over de nieuwe definitie van gezondheid. Dit zorgt ervoor dat de mondhygiënist zich nog meer is gaan richten op wat jijzelf belangrijk vindt. Ook zorgt het dat het nog belangrijker is dat je heft in eigen handen kunt nemen. Je wordt in je kracht gezet om goed voor jezelf te kunnen zorgen. We merkten als mondhygiënisten dat het daarbij belangrijk was om ons buiten de praktijkmuren te begeven zodat de zorg laagdrempelig wordt. Dat vereist ook tools om goed te kunnen samenwerken met beroepsbeoefenaren die net buiten de mondzorg liggen. Dit werd het uitgangspunt voor het nieuwe beroepsprofiel. Op dit moment is dit nog niet afgedrukt maar bestaat het als concept.

Mondige patiënt

Daarnaast merken we ook dat jij, als patiënt, je anders bent gaan opstellen. We zijn van ‘doet u maar open’ naar een mondige patiënt met tegengas verhuisd. Je hebt zelf een mening waar we rekening mee moeten houden. Bovendien is vaak ‘Dokter Google’ en social media de mondzorgprofessional voor geweest in de informatievoorziening. Ook hebben patiënten nu vaak al een ervaring op gedaan met een andere mondhygiënist of met een preventieassistent. De verwachting is dus behoorlijk verschoven en daarin hebben we mee te schuiven. Het vraagt meer en betere  communicatieve vaardigheden dan autoritair gedrag vanuit de mondhygiënist.

Terug naar preventie

Nog steeds blijft preventie corebusiness van de mondhygiënist. Eigenlijk is daar wel een dwaling ontstaan. Ergens is het erin geslopen dat we steeds verder afdreven van preventie en meer richting ‘reparatie’ gingen. Zo zagen we op een gegeven moment bijna alleen nog maar zeer zware tandvleesontstekingen (parodontitis). Mondhygiënisten moeten nu weer opnieuw hun positie innemen en opkomen voor het belang van primaire en secundaire preventie. Dat wil zeggen dat we als mondhygiënisten moeten zorgen dat we zo vroeg mogelijk ons ‘bemoeien’ met de (mond)zorg. We kregen namelijk het gevoel dat we er steeds te laat bij werden betrokken. Namelijk als het leed geleden was terwijl we juist (mond)problemen proberen te voorkomen.

Leiderschap

Dat betekent niet dat we per definitie continue zelf met de handen in de mond moeten zitten. Dat betekent wel dat we meer dan ooit onszelf profileren als leider over het preventieteam. We zijn er van overtuigd dat wij het meeste kennis, ervaring en kunde hebben over het stukje preventie van de gehele mondzorg. Er zijn over de jaren heen steeds meer hulpkrachten bij gekomen en zij hebben leiding nodig. Preventieassistenten hebben de sturing nodig van de mondhygiënist en de tandarts kan geadviseerd worden door de mondhygiënist (en vise versa). In gezamenlijk overleg kom je dan tot een kwalitatief hoogstaand zorg- en behandelplan. Het is tijd dat de mondhygiënist zich niet meer laat ondersneeuwen en op een gelijkwaardige manier communiceert met de rest van het (mond)zorgteam.

In verbinding

Ontstekingen, ook in de mond aan tandvlees, tanden en kiezen, zijn een signaal dat er in het lichaam iets niet in orde is. Wanneer een ontsteking in de mond onbehandeld blijft, zal dit zijn weerslag hebben op de algehele en de mondgezondheid. Bij een verzwakt immuunsysteem, disbalans (bijvoorbeeld hormonaal), ziekte of ouderdom zal de ernst en de gevolgschade van ontstekingen groter zijn. Alle lichaamsfuncties zijn met elkaar verbonden. Gingivitis en parodontitis (tandvleesontstekingen), cariës (gaatjes) en erosie (gebitsslijtage) zijn gedragsziekten en zijn te voorkomen. De mondhygiënist speelt hierbij een belangrijke rol als het gaat om het teweegbrengen van een gedragsverandering. Dit betreft niet alleen een gedragsverandering ten aanzien van de eigen mondhygiëne van de cliënt, maar ook ten aanzien van voeding en bijvoorbeeld roken.

Daarnaast heeft dus de mondhygienist zo ook de rol gekregen om contact op te nemen met andere (para)medici als de mond het signaal geeft dat er iets niet in orde is in het lichaam. Zo kan heftige tandvleesontsteking wijzen op diabetes en erosie op een eetstoornis. Ook moet de mondhygiënist naar de kaakchirurg verwijzen bij het zien van een vermoedelijke tumor in de mond. Andersom heeft de gezondheid van de patient invloed op de mondgezondheid. De mondhygiënist zal bijvoorbeeld met de arts moeten overleggen als bepaalde medicatie teveel invloed heeft op de mondgezondheid.

Niet de schoonmaakster…

Ik hoop dat met de komst van het nieuwe beroepsprofiel de mondhygienist niet (meer) wordt weggezet als een veredelde schoonmaaktster of dat er bij verwijzing (want dat is natuurlijk ook nog steeds mogelijk!) wordt gezegd: “Die maakt dieper schoon.” Ons vak is zoveel mooier en breder. Ik ben benieuwd hoe jij, als patiënt, dit ervaart of gaat ervaren!

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply