Opzien tegen behandeling

Opzien tegen een behandeling

“Ja, ik heb een openhartoperatie ondergaan.”, vertelt hij als ik vraag of er nog veranderingen in de gezondheid zijn. Ik zie in het dossier dat een mondhygiënist hard bezig is geweest om hem de afgelopen tien jaar aan een parodontale behandeling te krijgen. Ze heeft hem zelfs de vorige keer gewaarschuwd dat er nu echt kiezen getrokken moeten worden. Tussen zijn tanden maakt hij niet zelf schoon ondanks de herhaaldelijke adviezen.

Wat is er aan de hand?

Voor mij zit een man die er niet ongezond uit ziet. Levendig, ontspannen en normaal van postuur. Ik merk aan zijn houding dat hij verwacht dat ik de stoel meteen achterover doe. Ik vraag echter door. Voor mij is het soms best moeilijk te achterhalen wat de medische situatie nu precies is. Mag ik überhaupt vandaag wel behandelen? Wat mankeert er precies aan zijn hart? Waar moet ik mee rekening houden en wat is de relatie tussen zijn hartkwaal en zijn mond?

Je zou het echt niet zeggen zoals hij er nu bij zit maar hij is echt voor de dood weggehaald. Er was sprake van een acute situatie en hij lag binnen no time op de operatietafel. Hij vertelt het zo kalm en nuchter. Bijna enthousiast alsof het over een uitje naar de dierentuin gaat. Ik merk dat ik even van slag ben. Dit moet toch ergens impact hebben?

Gebitsbehoud?

Ik bekijk zijn mond. Net als vele senioren van nu heeft hij zijn complete gebit nog. Dit kan heel goed nieuws zijn maar ook slecht nieuws. Helaas zie ik regelmatig dat de wens ‘gebitsbehoud’ door tandartsen soms iets te letterlijk wordt opgevat. Dan zijn er zware ontstekingen, is dat wel eventjes aangekaart, maar werd dit door de patiënt direct weggewoven met een keppergeenlasvan (“Ik heb er geen last van.”) Dit wordt vaak meteen bevestigd door de tandarts met een “Okay’ en niemand lijkt meer een probleem te hebben. Het wordt vermeld in het dossier: “Voorstel extractie. Meneer is op de hoogte van de risico’s en gaat niet akkoord.” Ik vind dat dus iets te simpel.

Niet onder de indruk

Ook bij deze meneer lijkt het alsof er in den treure is doorgezaagd over zijn parodontale ontstekingen. Maar is dat wel zo? Ik bekijk eerst samen met hem zijn mond. Ik zak inderdaad nog net niet tot aan mijn oksels in de ruimtes tussen tand en tandvlees. Ik laat hem zien hoe het eigenlijk zou moeten zijn en wat de situatie is. Ik laat hem in de spiegel zien dat de pus letterlijk uit zijn tandvlees loopt. Ik vind het altijd best vreemd dat zo iemand dat nooit zelf heeft geproefd. Ik blaas even op het tandvlees zodat het tandvlees wat van de tand wappert en laat hem zien dat daar donker gekleurd tandsteen zit en laat hem ook de bacteriën zien. Ik laat zien dat zijn achterste kiezen wat los staan. “Oja.”, zegt hij. Totaal niet onder de indruk.

Nog meer uitleg

Weer moet ik even herstellen. Meneer lijkt echt onbewogen. Hoe kan dat nou toch? Ik zet hem overeind en besluit hem een plaat te laten zien waarop het super duidelijk is dat de bloedvaten in het tandvlees in verbinding staan met het hart. Dat de bacteriën de bloedvaten in kunnen en zo het hart ook bereiken. “Oja.”, zegt hij weer. Ik benadruk nog maar eens dat hij dus rondloopt met een chronische ontsteking. Ik vraag hem of als hij dit aan zijn arm had gehad misschien naar de huisarts was gegaan voor behandeling. Dus dat zijn arm ineens zou gaan bloeden bij een zeer lichte aanraking en zijn spaakbeen zou verdwijnen. “Ja, natuurlijk.”, zegt hij maar het kwartje blijkt nog niet te vallen.

Gewoon niet over nadenken want dan is het er ook niet

Ik denk even na….Deze man is een ware uitdaging. “Wat houdt je tegen om voor de behandeling te kiezen?” Nu moet hij even nadenken. “Tja…ik denk er niet zo over na, denk ik…en om die kosten zit ik natuurlijk niet te springen…en het lijkt me nogal een ingreep zeg. Zo wroeten onder je tandvlees. Dat lijkt me heel wat.” 

Vork in de steel

“Aha. Ja, ik maak je er nu natuurlijk wel bewust van. Ik snap dat u nergens last van lijkt te hebben en dat maakt het makkelijk te negeren. En het voelt voor mij nu alsof ik u een beetje loop te plagen en een probleem aanpraat. Maar ik kan u simpelweg niet zomaar weer over straat laten gaan in de wetenschap dat dit misschien wel de infectiebron is waardoor u op de operatietafel belandde. Ik moet nu zeker weten dat u me begrijpt. U bent bang voor kosten. Heel eerlijk…het wordt nu inderdaad duur omdat we zo lang gewacht hebben, maar als we nog langer wachten dan wordt het nog duurder. Ik ga mijn best doen om de kosten zo laag mogelijk te houden. Verder maakt u zich druk om de ingreep. En dat zegt u…? Die zo’n ingrijpende behandeling in het ziekenhuis wel fluitend lijkt door te hebben gemaakt? Ik sta eigenlijk best versteld. Heeft dan niemand u verteld dat de behandeling voor parodontitis voor uw gevoel enorm lijkt op een doodnormale gebitsreiniging die u al tig keer heeft gehad?”

Nee zeggen mag

“Oh…ja…jemig…gunst…” Ik doe er nog een schepje bovenop. “Als we nu eens in elk geval de gebitssituatie eens goed in kaart brengen, dan weten we tenminste waar we over praten. Op dit moment heb ik een vaag idee maar nog lang niet genoeg voor een specifiek behandelplan. Als we nu eens een onderzoek inplannen en dan alles eens heel goed doorspreken? Dan weet u hoe de vlag er precies bij hangt en wat nu precies de opties zijn. U kunt dan altijd nog nee zeggen. Hoe vindt u dat?” Dan verschijnt er ineens een glimlach op zijn gezicht. “Dat lijkt mij een uitstekend plan.”, zegt hij en we plannen het onderzoek in.

Als hij de behandelkamer uitloopt, kijk ik hem na. Hoe is het mogelijk…

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply