De schooltandarts terug…is dat een goed idee?

De schooltandarts terug…is dat een goed idee?

Bij het woord ‘schooltandarts’ krijgen de meeste mensen geen leuke herinneringen. Zelf zag ik die groene bus ook voor school staan en sloeg de angst om mijn hart. Zou ik ook opgehaald worden? In de hele school hing een nare sfeer. Het leek wel alsof iedereen op zijn tenen liep en de kinderen extra vaak naar de wc moesten. Elke keer als de deur van het klaslokaal werd geopend door een mevrouw met een groen tenue, hield iedereen zijn adem in.

De huistandarts

Nooit kwam ik aan de beurt. Gelukkig maar. Later begreep ik dat het schijnbaar lag aan hoe je verzekerd was. Doordat wij particulier verzekerd waren, hadden wij onze eigen tandarts waar we trouw elk half jaar naar toe gingen. Dat was echt feest. Eerst ging mijn moeder altijd die altijd weer levend uit de stoel kwam. De tandarts was een hele dikke (mag ik dat zeggen?) gezellige man. Ik vroeg me altijd af of hij nog wel bij mij mond kon komen aangezien hij zijn stoeltje niet kon aanschuiven. Het was nooit een probleem. Hij zei altijd dat hij extra zijn best zou doen omdat mijn opa, en later ook mijn zus, tandarts waren. Binnen enkele seconden waren we allemaal de stoel uit. Je mocht dan nog spoelen met een glas dat bij iedereen werd gebruikt. Het hoogte punt was natuurlijk dat je een piepklein rubberen diertje uit mocht zoeken. Jaren later, toen ik mijn eigen praktijk wilde promoten, stapte ik onaangekondigd bij hem binnen. Hij was allang mijn tandarts niet meer. Hij keek eens diep in mijn ogen en zei: “Ah, de laatste Jorna is ook in de mondzorg terecht gekomen?”

Het was dus een tandarts waar je echt een band mee had. Hij kende jou en je familie. Niks om bang voor te zijn. Het was alsof je bij een vriend van de familie op bezoek ging. Ook voor de tandarts moet dit leuk zijn geweest. Je zag de kinderen groot worden en later met hun eigen kinderen jou bezoeken. Je wist precies hoe het gezin in elkaar zat en kon eenvoudig in gesprek met de ouders over de mondverzorging. Voor de schooltandarts moet dit toch veel moeilijker zijn geweest.

Geen ouders en geen gerichte preventie

Naar de schooltandarts ging je zonder de support van je ouders. Je kon niet zien dat zij de tandarts overleefden. Er was niemand die je kon gerust stellen als er iets gevuld of getrokken moest worden. De schooltandarts had het ook super druk. Al die kinderen moesten eventjes in no time geholpen worden. Een uitleg over het hoe en wat bij het vullen of trekken was er dus niet. Voor preventie was er ook geen tijd of je moet een mond vol fluoride gerichte preventie vinden. Helaas waren de gebitten zo slecht en het aantal tandartsen zo laag dat er flink door gewerkt moest worden. 

Negatieve gevolgen

Bovendien werd echt elk gaatje gevuld en werd er snel getrokken omdat er simpelweg geen andere mogelijkheden waren. Als ik nu wat oudere mensen in mijn stoel krijg die eigenlijk een prima gezonde mond hebben maar toch kiezen kwijt zijn dan zijn deze vaak gesneuveld bij de schooltandarts. Ze hebben zelf vaak geen idee waarom de kiezen getrokken werden. Ook is er nooit iets voor in de plaats gezet waardoor bij deze mensen juist problemen zijn ontstaan. Scheve tanden, teruggetrokken tandvlees en slijtage. Zonde! En bovendien zijn deze mensen getraumatiseerd.

Toch een goed idee?

En toen besloot de minister dat de schooltandarts terug moest komen. Daar schrokken met z’n allen van! Hoe konden ze het verzinnen? Toch snap ik deze stap wel. Overigens is de schooltandarts ook niet echt weggeweest. Er komen nog steeds bussen voor sommige scholen. Gelukkig is er wel een hoop verandert in die bus. Zo zitten er vaak in deze bussen mondhygiënisten en is er zodoende wel aandacht voor gerichte preventie. Vullen en trekken wordt nu echt niet meer zomaar in die bus gedaan. Vaak geven zij ook een les in tandenpoetsen in de klas zoals de GGD vroeger verzorgde. Ik vind het wel jammer dat de Tweede Kamer dit de Schooltandarts blijft noemen. Hier kleeft te veel negatieve emotie aan en dat is nergens voor nodig. Door een mondzorgbus in te zetten, maak je de gang naar de mondzorg een stuk lager. Hard nodig gezien veel kinderen helaas niet naar de praktijk komen.

Een ander idee

Wat ik wel heel jammer vind, is dat de ouders weinig betrokken zijn bij zo’n bus. Juist het gesprek met ouders vind ik enorm waardevol. Zij zijn diegene die de kinderen (na)poetsen, hen te eten en te drinken geven en de eindverantwoordelijkheid dragen over het welzijn van het gebit van hun kinderen. Nu ik op het consultatiebureau werk, merk ik hoe veel behoefte er bij ouders is om gesteund te worden in deze waardevolle taak. Er is een gebrek aan kennis en aan kunde. Preventie blijft altijd nodig, door je hele leven heen. Ouder(s) en verzorger(s) zullen tot aan de 12-jarige leeftijd hun kinderen moeten napoetsen en in de puberteit komt er weer een heel ander hoofdstuk in beeld. 

Kinderen en ouders/verzorgers verdienen het om geholpen te worden zonder dat ze van de ene hulpverlener naar de andere gesleurd moeten worden. Daarom is het idee om mondhygiënisten samen te laten werken met de jeugdarts die de scholen op belangrijke momenten bezoeken en ook huisbezoeken doen daar waar het stroef loopt. Het overleg tussen deze twee disciplines kan enorm waardevol zijn en kunnen er snel stappen worden gezet. Als hier de ouder(s)/verzorger(s) wel betrokken zijn, kan er zoveel meer worden voorkomen.

Place to be

De mondzorgpraktijk blijft hiernaast een enorm belangrijke place to be. De mondhygiënisten en de jeugdartsen/jeugdverpleegkundigen kunnen de gang hier naar toe stimuleren. Vaak werkt de mondhygienist ook in deze praktijk en kan er al een mooie basis tot een vertrouwensband gelegd worden op het consultatiebureau en op school. Het is fijn om door een vertrouwd gezicht geholpen te worden en de tandarts de introduceren als het nodig is.

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply