Oortjes bij de mondhygiënist 

Nog voor ik haar gezien had, stond voor mij vast wat ik ging vragen. Een 21-jarige vrouw kreeg van de tandarts al een paar keer een spoelmiddel en zelfs antibiotica. In haar melkkiezen hadden joekels van gaten gezeten, vertelde de röntgenfoto’s. Ik vraag me dan altijd af waarom er niet eerder werd verwezen. 

Niks aan de hand

Met haar oortjes in kwam ze bijna zingend binnen. Een wat zwaardere blonde dame die haar angst niet liet zien. “Zo!”, zegt ze en ik merk op dat ze meteen de regie pakt. “Vind je het erg als ik mijn oortjes in hou? Ik vind dat lawaai van dat ding zooooo irritant?” Er schieten meteen allerlei gedachtes door me heen. 

Dus ze denkt dat ik ‘dat ding’ ga gebruiken. Ze heeft al mooi zelf een oplossing bedacht. Ik kan natuurlijk ook ‘dat ding’ niet gaan gebruiken. Ze beseft zich niet dat we eerst nog een gesprekje gaat hebben. Misschien hoort ze me minder goed met die oortjes? Of wil ze geen gesprek? Maar als ik zeg dat we gaan praten dan klinkt dat ook zo beladen. Laat ik haar vooral accepteren voor wie ze is. 

“Laat maar lekker in als je dat wilt.”, besluit ik. “Of je ze echt nodig gaat hebben, weet ik niet, maar dat zien we zo wel. Eigenlijk wil ik eerst even wat vragen.” 

Of toch wel…?

“Oh!”, ze lacht en gooit toch haar oortjes uit. Ze draait dan weer half uit de stoel zodat we wat beter tegenover elkaar zitten. “Ik had begrepen dat je pijn had? Hoe is het daar nu mee?”, vraag ik. “Oh, ja dat…Ja, ik denk dat mijn verstandskies gewoon doorkomt. Ik heb wat van die pillen geslikt maar ik weet niet of dat nou echt had gemoeten.” Ik ben even verbaasd. De tandarts had omschreven dat het door de hele mond zwaar ontstoken was. Dus ik check even: “Je hebt dus alleen daar waar je wijst last? Verder niet? Ook geen bloedend tandvlees of zo..” Ze bevestigt: “Ja, alleen daar. Ja, de rest bloedt wel maar dat is normaal bij mij, dat heb ik al jaren. Dussuuh…” 

We zijn even stil. Ik zoek naar een vervolgvraag die haar niet zal beledigen. “Maar ja, ik poets ook niet altijd…” en alsof ze al weet wat ik ga vragen zegt ze: “…gewoon omdat er geen in heb.” Ik bedank haar voor de eerlijkheid. “Ik heb zo’n idee dat je vaker periodes hebt waarin je niet poetst?” Ze moet lachen omdat ik haar zo’n spiegel voor hou. “Nou, inderdaad, poetsen is meer uitzondering dan regel. Dat was vroeger thuis ook al zo.” “Aha,”, zeg ik. “Dat verklaart ook die gaten in je jeugd.” 

Er is iets…maar wat?

Nog voordat ik haar tandvlees bewonder vraag ik of ze soms last heeft van stress. “Hoe weeeeeet je dat?”, vraagt ze verwonderd. “Kan je dat ook al zien in de mond?” Ik vertel haar dat ik haar dossier goed heb gelezen en ik een structureel probleem zie. En dat ik vermoed dat zij het eigenlijk niet als haar probleem ziet. En dan ben ik even stil. “Er speelt wat he? Iets anders waar je je druk over maakt. Dat maakt dat je geen zin heb in tandenpoetsen. Je valt als het ware stil. Je slikt het wel, je laat het over je heenkomen en gewoon doorloopt maar ondertussen…als niemand het ziet..” 

Verwonderd kijkt ze me aan. En dan komt de aap uit de mouw. “Dat is wel zo ja. Zo heb je periodes dat alles goed gaat en dat poets ik ook gewoon en dat eet ik ook gezond. Als iets me bezig houdt dan vind ik poetsen maar niks en eet ik alles wat los en vast zit….. Vannacht had ik een droom, joh! Zo levendig…ik weet precies wat ik moet doen. Als jij klaar bent, ga ik naar hem toe.”, beslist ze. 

Mondhygiënisten hebben ook oortjes

Wie ‘hem’ nu precies is, bleef voor mij onduidelijk. Haar toekomstige ex? Een fling die eigenlijk wel echt een ding is? En over ding gesproken….’dat ding’ heb ik helemaal niet gebruikt en de oortjes gingen ook niet meer terug in de oren. “Jeetje”, zegt ze als we klaar zijn. “Het was gewoon leuk! Ik heb met jou meer gepraat dan 10 jaar bij de tandarts!” Ik kan het niet laten, ik zeg: “Welkom bij de mondhygiënist. Wij houden van praten.”  “En volgens mij nog meer van luisteren”, zegt ze en doet haar oortjes weer in. Ze zwaait en ik zeg wat harder: “De groeten aan ‘hem’.” , en ik knipoog. Ze grijnst en knipoogt terug. 

Na een paar minuutjes zwaait mijn deur open. “Wat heb jij met haar gedaan?”, vraagt de balie-assistent. Ik schrik: “Wat is er dan??” “Nou, ze heeft meteen een nieuwe afspraak gemaakt. Dat doet ze anders nooit!” Fijn…ze pakt nu echt de regie!

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply