Elk kind kost een tand?

Over gaatjes in tanden en kiezen (cariës) doen de gekste verhalen de ronde. Wat dacht je van het bakerpraatje ‘elk kind kost een tand’? Of: ‘langdurige borstvoeding is slecht voor het kindergebit’?

Onzin, toch? Of toch niet? We zochten het voor je uit.

1. Een gaatje in het melkgebit hoef je niet te behandelen

Niet waar. Ook een gaatje in het melkgebit moet behandeld worden. Als je een gaatje niet behandelt, kan deze groter worden en steeds dieper de tand aantasten.

Als het tandbederf de kern van de tand aantast, kan de zenuw afsterven en is de tand verloren.

Een andere reden om een gaatje in het melkgebit wel te behandelen, is dat andere of nieuwe tanden anders aangetast kunnen worden.

Bovendien: een gaatje kan ook in het melkgebit pijn veroorzaken. Dat wil je een kind toch niet aandoen? Behandelen dus. Overigens hoeft het bij kinderen niet zo te zijn dat het gaatje direct geboord en gevuld hoeft te worden.

In sommige gevallen – als het gaatje nog klein en oppervlakkig is – kan ook geprobeerd worden met bijvoorbeeld extra fluoride het gaatje te proberen te stoppen.

Je tandarts kan je hier meer over vertellen.

Lees ook: de beste tandpasta voor kinderen

2. Door kauwgom te gebruiken, loop je meer kans op cariës

Waar en niet waar. Het ligt eraan welke kauwgom je gebruikt. Kauw je op een kauwgom waar veel suiker in zit, dan vergroot je de kans op gaatjes. Suiker is immers funest voor je gebit.

Maar gebruik je een suikervrije kauwgom, dan is dat juist weer heel goed voor je tanden en kiezen. Door het kauwen stimuleer je de speekselproductie. Speeksel beschermt je tanden en kiezen tegen gaatjes.

Verschillende onderzoeken tonen dan ook aan dat de kans op cariës afneemt door het kauwen op een suikervrije kauwgom.1,2

Lees ook: de beste kauwgom voor je tanden

3. Cariës ontstaat door tandwolf

Niet waar. De term ‘tandwolf’ werd vroeger in de volksmond gebruikt wanneer iemand veel cariës had. Men dacht dan dat dit een bepaalde ziekte was waardoor iemand veel gaatjes kreeg. Dat is echter een mythe.

Cariës ontstaat door bacteriën in de mond. Soms zorgen onderliggende oorzaken ervoor dat mensen sneller last hebben van gaatjes, door een bepaalde ziekte of syndroom, of als mensen door een bepaalde reden niet goed kunnen poetsen.

Maar tandwolf is een fabeltje.

4. De aanleg voor gaatjes is erfelijk

Slechts een klein beetje waar. Wat deels genetisch is bepaald, is de kwaliteit van het speeksel en het glazuur. Maar die genetische aanleg valt in het niet bij andere zaken.

Met goed poetsen met fluoridetandpasta, goede mondhygiëne en de juiste voeding is een gezond gebit behouden voor vrijwel iedereen mogelijk.

Gaatjes worden veroorzaakt door bacteriën en met die bacteriën word je niet geboren. Uit Amerikaans onderzoek onder tweelingen in de leeftijd van 5 tot 11 jaar uit 2017 bleek dat geërfde bacteriën nauwelijks een rol spelen bij tandbederf.3

Zo hadden kinderen die veel suiker eten veel bacteriën in hun mond die gaatjes veroorzaken. Wie juist weinig suiker at, had onschadelijke bacteriën.

5. Ieder kind kost een tand

Niet waar – maar ook niet helemaal onwaar. Zwangere vrouwen hebben meer risico op cariës, vanwege verschillende redenen, waaronder een verhoogde zuurgraad in de mond, voorkeur voor suikerrijk eten tijdens de zwangerschap en verminderde aandacht voor mondhygiëne.4

Overigens lopen zwangere vrouwen ook een hoger risico op andere problemen in de mond gedurende de zwangerschap, zoals tandvleesproblemen.

En: tanden kunnen tijdens een zwangerschap losser komen te staan, zelfs als er geen sprake is van tandvleesproblemen.5

Dat komt door verhoogde niveaus van progesteron en oestrogeen, die invloed hebben op de ligamenten en het tandbot, waardoor de tanden losser komen te staan.

Misschien verliezen vrouwen dus niet elke zwangerschap een tand, maar dit bakerpraatje heeft wel een kern van waarheid in zich.

6. Al vanaf het eerste tandje moet er gepoetst worden

Waar. Lijkt misschien wat vroeg, maar zodra het eerste tandje doorkomt, moet er gepoetst worden. Ook in het eerste gaatje kan cariës ontstaan. Sterker nog: het glazuur van net doorgebroken tanden en kiezen is nog niet sterk. Kleine kinderen zijn dus extra gevoelig voor het krijgen van gaatjes.6

Het Ivoren Kruis adviseert de tanden van je baby één keer per dag te poetsen met fluoridepeutertandpasta. Hierin zit iets minder fluoride dan in gewone tandpasta. Bijvoorbeeld de fluoride arme tandpasta van Dentissimo ( 2-6 jaar) Gebruik een peutertandenborstel met zachte haren.

7. Borstvoeding is slecht voor het gebit

Niet waar. Borstvoeding is niet cariogeen en veroorzaakt dus geen gaatjes.7

Maar… als kinderen langer dan één of twee jaar borstvoeding krijgen – zeker als ze vaak per dag borstvoeding krijgen -, lopen ze wel meer kans op (ernstige) cariës.8,9 Waar dat precies aan ligt, en of dit enkel aan de borstvoeding ligt, is niet bekend.

8. Een gaatje is niet altijd te zien

Waar. Met het blote oog is een gaatje niet altijd zichtbaar, zeker als het om een gaatje gaat tussen de kiezen of onder een vulling. Aanvullend röntgenonderzoek is dan altijd nodig.

9. Je moet twee maal daags een minuut tandenpoetsen om cariës tegen te gaan

Niet waar. Eén minuut tandenpoetsen is niet voldoende; dat moet echt twee minuten zijn. En dat twee keer per dag. In een halve minuut poets je zo’n veertig procent van de tandplak weg.

Poets je twee minuten (of langer), dan behaal je het beste resultaat.10 Nog even doorpoetsen dus!

10. Om gaatjes te voorkomen kun je je maaltijden beter spreiden over de dag

Niet waar. Voor je gebit is het juist beter om maar een beperkt aantal eet- en drinkmomenten per dag te hebben. Het Ivoren Kruis adviseert om maximaal 7 keer per dag te eten of drinken.6 Dit zijn 3 hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch, avondeten) en maximaal 4 tussendoortjes per dag.

Zo kan het glazuur zich beschermen tegen het zuur van de voeding of drank en kunnen gaatjes worden voorkomen.

De vuistregel van het Ivoren Kruis is om na het eten of drinken minstens 2 uur niets meer te nemen. Eet of drink een uur voor het tandenpoetsen geen zure producten. En eet of drink niets meer na de laatste keer tandenpoetsen voordat je gaat slapen.

  1. Mickenautsch S, Coelho Leal S, Yengopal V, Bezerra AC, Cruvinel V. Sugar-fee chewing gum and dental caries – a systematic review. J Appl Oral Sci. 2007 Apr; 15(2): 83–88.
    doi: 10.1590/S1678-77572007000200002
    https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/19089107/
  2. Hayes C. The Effect of Non‐Cariogenic Sweeteners on the Prevention of Dental Caries: A Review of the Evidence. Journal of dental education, 2001.
    https://doi.org/10.1002/j.0022-0337.2001.65.10.tb03457.x
  3. Gomez A. et al. Host Genetic Control of the Oral Microbiome in Health and Disease. Cell Host & Microbe 22, 269–278, September 13, 2017
    https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5733791/
  4. Hey-Hadavi JH. Women’s oral health issues: sex differences and clinical implications. Women’s Health Prim Care. 2002;5(3):189–199.
  5. Scheutz F, Baelum V, Matee MI, Mwangosi I. Motherhood and dental disease. Community Dent Health. 2002;19(2):67–72.
    https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/12146584/
  6. Ivoren Kruis Basisadvies Cariëspreventie.
    www.ivorenkruis.nl
  7. Erickson PR, Mazhari E. Investigation of the role of human breast milk in caries development
    Pediatric Dentistry 21(2): 86-90, 1999.
    http://www.aapd.org/assets/1/25/Erickson-21-02.pdf
  8. Chaffee BW, Feldens CA, Vítolo MR. Association of long-duration breastfeeding and dental caries estimated with marginal structural models. Ann Epidemiol. 2014 Jun;24(6):448-54. doi: 10.1016/j.annepidem.2014.01.013. Epub 2014 Feb 17.
    https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4029874/
  9. Peres KG, Chaffee BW, Feldens CA, Flores-Mir C, Moynihan P, Rugg-Gunn A. Breastfeeding and Oral Health: Evidence and Methodological Challenges. J Dent Res. 2018 Mar;97(3):251-258.
    https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/29108500/
  10. Van der Weijden GA, Timmerman MF, Nijboer A, Lie MA, Van der Velden U. A comparative study of electric toothbrushes for the effectiveness of plaque removal in relation to toothbrushing duration. Timerstudy. J Clin Periodontol. 1993 Aug;20(7):476-81.
    https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/8354721/