“Je mag ook niks meer!”

“Je mag ook niks meer!”

Misschien een quote die je verwacht van een dreinend kind. Of van een puber die stampvoetend door het huis gaat en met de deur smijt. Maar tegenwoordig hoor ik deze zin steeds vaker uit de mond van een volwassene komen. Vaak nukkig geworden na het lezen van een goedbedoelde informerende tekst of een wet die je probeert te beschermen. Ik kan me zo voorstellen dat dit zinnetje ook in je hoofd opkomt na een goed gesprek met de mondhygiënist. 

Te laat voor genieten

Of deze nu wel of niet uitgesproken wordt, het is aanwezig en zal tussen jullie inzweven. Het geeft geen fijne sfeer. Als je ervaart dat er iets van je wordt afgenomen dan is dat altijd moeilijk. Verlies doet pijn. Terwijl je voor die tijd vaak niet bewust was dat je deze vrijheid überhaupt bezat.  Het was leuk geweest als je daar wel ontzettend van het genoten, maar ja…

Tekenend

Maar soms blijft dit zinnetje totaal afwezig. Dat kan komen doordat de mondhygiënist je verlies prima kan ‘verkopen’ of omdat je zelf over een mindset bezit waardoor je positief blijft. Zelf merk ik ontzettend verschillende reacties op precies hetzelfde verhaal. Ik kan het nog zo mooi verpakken, nog zo mooi inleiden, er zijn er altijd bij die advies meteen in het negatieve trekken. Dat vind ik jammer. Niet zo zeer omdat mijn werkdag er minder leuk van wordt maar vooral omdat het tekenend is over hoe iemand in het leven staat. Als een patiënt bij mij al als de gebeten hond reageert, waarop zal diegene dat dan nog meer doen? En hoe is het zover gekomen?

Goede en slechte verliezers

Het liefste hoor ik natuurlijk iemand zeggen na het geven van advies: “Wauw, dat wist ik nog niet. Ik ga er meteen mee aan de slag! Super bedankt man!” Gek genoeg hoor ik dat bijzonder weinig na het geven van een instructie tandenpoetsen, stokertjes of ragertjes. Nog minder vaak hoor ik dat na advies geven om ergens mee te stoppen. Bijvoorbeeld stoppen met roken, stoppen met nagelbijten, stoppen met energydrank. Het wordt ervaren als verlies. 

Wat levert het je op?

Ik lieg niet als ik zeg dat iemand serieus moet rouwen als hij moet stoppen met iets wat zijn gezondheid schaadt. Je zou zeggen dat iemand graag zijn rookwaar in de wilgen hangt na het krijgen van een hartinfarct. Toch roken juist deze mensen graag verder. Dat komt doordat roken hen iets oplevert. Alhoewel ze dat zelf niet altijd goed kunnen verwoorden. Als je vraagt waarom ze roken, krijg je een antwoord als: “Ja, gewoon, het is een gewoonte…een verslaving…” 

Op wie ben je boos?

Een nieuwe gewoonte aanleren is moeilijk, maar er eentje afleren kan ook bijzonder moeilijk zijn. Dat is omdat we ons zelf niet toelaten om te rouwen. Het zinnetje “Mag ik dat ook al niet meer!”, klinkt kinderachtig maar is wel precies de emotie die we voelen en die we best mogen toelaten. We weten best dat het goed voor ons is om niet te roken, geen energydrank te drinken of om die chocola te laten staan. Je weet best dat die zorgverlener het bij het rechte eind heeft en dat het niet iets is wat verzonnen is om jou te pesten. En toch voelt het zo. En toch is het veel makkelijker om je af te reageren op die ander, om daar op boos te zijn dan op jezelf die uiteindelijk de verantwoordelijke is van je eigen gedrag.

Rouwen

Boosheid hoort bij rouw. Zonder boosheid kom je er niet. Het is alleen wel de truc om er niet in te blijven hangen. Het is een fase en daarop hoort een andere fase te komen. Net als ontkenning een fase is. Hoe vaak maken mensen zichzelf wijs dat roken helemaal niet ongezond is? Hoe vaak praat men zichzelf aan dat ze het energydrank nodig hebben omdat ze zo’n lange dag hebben, omdat ze zich vandaag extra moeten concentreren, omdat het niet stoer is om iets anders te drinken, omdat ander drinken toch echt te saai is….allemaal smoesjes en dat weten we best. Bijzonder irritant als iemand je een spiegel voorhoudt en je dus kwaad raakt. 

De volgende fases

Na boosheid komt onderhandelen. “Maar ik rook alleen op het werk. Anderen roken veel meer dan ik. Vapen kan toch wel?” Zodra je inziet dat dit eigenlijk ook niet kan, raak je moedeloos. Je verliest hoop. Daar wordt je al helemaal niet vrolijk van. Uiteindelijk weet je ook wel dat je zal moet aanvaarden dat stoppen met roken een eeuwige strijd is. Dat je je energie toch echt beter zal moeten verdelen of ergens anders uit zal moeten halen als je stopt met energydrank. Dat je toch echt aan de gang moet met het oplossen van je stress zonder weg te duiken.

Mag je niks of wil je zelf ?

Als iemand wegvalt dan is rouwen onoverkomelijk. Een overledene keert echt niet meer terug en je zal door de fases heen moeten. Er is geen andere weg. Sigaretten, lekkernijen en je nagels zullen er wel altijd zijn. Dus deze rouw is eigenlijk moeilijker vol te houden. De oplossing lijkt namelijk voor handen te zijn. Maar vraag jezelf eens af…wat wil je nou echt? Mag je niks meer van die ander of wil je niks meer? Aan jou de keus. Een keus die je continue opnieuw zal maken.

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply