Roken….laat toch!

Auteur Lieneke Stevering-Jorna – mondhygiënist van het jaar 2013

Zojuist lees ik dat er niet meer gerookt mag worden in en om ons streekziekenhuis. Als mondhygiënist zie ik elke dag de gevolgen ervan. Toch ben ik niet eens met dit strenge besluit. Mijn man moest jaren terug met spoed naar het ziekenhuis. Hij had last van zijn hart. Gelukkig bleek er weinig aan de hand. De arts zei: “Lekker doorgaan zo, hoor!” Sinds die dag heeft hij geen sigaret meer aangeraakt.

Teer

Iedereen weet wel dat roken niet gezond is. Toch merken veel mensen daar helemaal niks van. Ze menen het roken echt nodig te hebben. Soms laat ik even de binnenkant van hun tanden zien. Hier zit de meeste aanslag op. De bruine of zwarte aanslag is de teer uit hun sjekkie of uit die lekkere peuk. Als er al op je tanden zoveel rommel zit, terwijl je daar dagelijks poetst, hoe moeten de longen er dan uitzien?

Niemand tot last

Vier keer een uur moet hij bij mij terugkomen. Vier keer een uur voordat ik alles uit zijn gebit heb gepeuterd. Door het roken heeft hij, ondanks dat hij dagelijks tussen zijn tanden schoonmaakt, forse parodontitis.

Hij heeft de leeftijd van mijn man, maar er staan al dikke rimpels in zijn gezicht. Hij maakt lange dagen als vrachtwagenchauffeur. Niemand die last heeft van zijn rook in zijn cabine.

Helaas staat hij op het punt zijn tanden te verliezen aan de tandvleesontsteking die zijn kaakbot aanvreet. Stoer als hij is, wil hij alles op alles zetten om zijn gebit te redden. Nadat hij het derde stuk onder zijn tandvlees heeft laten reinigen, ga ik het gesprek met hem aan.

Helpen

Tijdens het reinigen hoor ik geratel. Ik kon het niet thuis brengen totdat hij even met zijn hand zwaait. Ik stop en hij ademt krachtig in. Het geratel klinkt nu luider en dan hoest eens flink. Het geluid is nu weg. Toen hij bij me binnenstapte kon ik de geur van rook goed waarnemen. Ik heb hem voordat we gingen behandelen al verteld hoeveel invloed het roken op zijn mondgezondheid had. Dat het niet alleen zijn tandvlees en bot beschadigd, maar dat hij ook kans loopt op mondkanker. En over de rest hoefde ik ‘m niet meer te vertellen. “Ik ga je niet vertellen dat je moet stoppen met roken. Maar als je wilt stoppen, ga ik je helpen.” Hij lachte zijn – toen nog- bruine tanden bloot en ratelde een luide lach.

Toestemming

Als ik klaar ben, zet ik de stoel overeind. Hij wil al uitstappen. “Wacht”, zeg ik. Hij kijkt me vragend aan. “Ik wil je nog wat vragen. Mag ik het met je over het roken hebben?” “Ojee…”, zegt hij. “Je weet, ik ga je niet zeggen dat je moet stoppen, als je het er niet over wilt hebben…?” Hij knikt en is nieuwsgierig. “Mag ik vragen wat voor jou de reden is dat je rookt?”

Waarom?

“Eh..oeh..tja…het is een gewoonte…en ik word er rustig van.” “Okay, dus je denkt er eigenlijk niet bij na als je er eentje opsteekt en je voelt je daarna weer kalm. Betekent dat je ook rookt als je eigenlijk helemaal niet de behoefte hebt?” “Ja, nou ik er zo over na denk…eigenlijk zijn er 10 sigaretten die ik niet perse moet roken per dag.” “Wauw, tien. Dat zou schelen als je die dan niet zou opsteken.

Maar nu die andere momenten. Dat zijn stressmomenten?” “Ja…nou…eigenlijk is het zo dat als ik dan niet rook dat ik dan onrustig wordt.” “Aja. Waar wordt je nog meer rustig van?” “Van het rijden…heel stom misschien, maar dat voelt gewoon heerlijk.” “Nee hoor, niet stom. Ik word rustig van mijn Facebooken, slaat ook nergens op.” “Hahah!” “ Zou je nog meer kunnen bedenken waar je rustig van wordt?” Hij is even stil…

“Oh, en ik rook ook wel eens uit verveling!” Ik moet lachen: “Dan loop je naar je vrouw. Die heeft vast nog wel een klusje!”, grap ik.

Verslaving

”Weet je waarom je rustig wordt van een sigaret? Omdat er expres stofjes erin gedaan zijn die razendsnel naar je hersenen gaan. Die stofjes houden je voor de gek. Die zeggen jou dat jij rustig wordt van de sigaret, maar eigenlijk is het andersom.

Eigenlijk word je onrustig als je niet rookt. Je sjekje houdt je dus voor de gek. Het is de verslaving die dan tegen je praat.” Dit is echt nieuwe informatie. Hij moet dit even laten bezinken. “Maar zoveel rook ik helemaal niet. Er zijn anderen die veeeel meer roken.” “Wie praat er nu tegen mij? Bij jij dit, of je verslaving?” “Verdomd…inderdaad…het is mijn verslaving.” Ik hoor het kwartje vallen.

Ben jij een roker?

“Ik heb je nog helemaal niet gevraagd…Wil je ooit eens stoppen?” Hij is weer stil. “Aha, je hebt daar nog helemaal niet over nagedacht?” Hij knikt en kijkt me verbluft aan. “Ja, maf..ik weet het…maar ik doe het al zo lang..ik heb er serieus nog nooit bij stilgestaan en ik heb nergens last van. Ik weet eigenlijk niet meer beter.” Ik verbaas me dat hij zelf dat geratel en geproest niet als een signaal ervaart, maar ik zeg: “Ja, precies, je bent er echt mee opgegroeid. Maar hoe wil jij je voorstellen? Met ‘Ik ben Piet, roker.’ of met ‘Ik ben Piet, vrachtwagenchauffeur.’”? Hier hoeft hij niet over na te denken, hij is vrachtwagenchauffeur. “Helder. Denk daar eens over na. Of jij echt een roker wil zijn of niet. Ga eens opletten wie er steeds tegen je praat als je een sigaret opsteekt. Vraag je af of je die sigaret echt nodig hebt of niet. En bekijk eens waar je nog meer rustig van wordt.”

Gesprek aangaan

Piet is na meerdere gesprekjes volledig gestopt met roken. Niet omdat ik dat wilde, maar omdat hij er zelf achter kwam dat hij dat wilde. Niet omdat hij niet mocht, niet omdat het werd verboden. Verbieden is zinloos. Dus de artsen van het ziekenhuis mogen zich nog wel eens achter de oren krabben. Mijn man stopte, omdat wij die gesprekjes al achter de rug hadden. Bij hem was het duidelijk dat er eerst iets moest gebeuren, want hij kon zich niet voorstellen dat er iets zou gebeuren. Bij iedereen ligt de motivatie ergens anders. Een ding is duidelijk…je kunt het niet dwingen. Je kunt alleen het lef hebben om het gesprek aan te gaan.

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!