Het zijn wel je voortanden

Het zijn wel je voortanden

Als ik mijn patiënten vraag, wat ze belangrijk vinden dan antwoorden ze me meestal items als gezondheid en gebitsbehoud. Het uiterlijk lijkt ogenschijnlijk van ondergeschikt belang te zijn. Als ik verder vraag of nu gezondheid of gebitsbehoud belangrijk is dan is het theoretische antwoord dat gezondheid wint. Maar wat als het nu echt zo ver is?

Lolly na het lullen…eh vullen

Op het moment werk ik in een praktijk waar heel lang een hele gezellige tandarts heeft gewerkt. De patiënten zijn gewend aan lekker babbelen. Ik vraag me weleens af of daar niet stiekem weleens een borreltje bij kwam of zelfs een sigaretje. Want werkelijk…ik krijg deze lieve mensen nog maar moeilijk mijn kamer uitgewerkt. Soms loop ik noodgedwongen maar zelf weg als ik iemand al drie keer naar de receptie heb verwezen. Want voor je het weet komt anekdote nummer zoveel uit hun mond rollen. 

Uit hun anekdotes maak ik op dat deze vorige tandarts het niet zo heel nauw nam met de tandheelkunde. Zo kregen kinderen een lolly na het vullen. Serieus, ik maak geen grapje! Het gaf schijnbaar toch op een of andere manier een hoge mate van vertrouwen. Dat gekletst zorgde ervoor dat hij de ene brug naar de andere verkocht als een ware marktman. Een losse tand? Och, dat krijg je op die leeftijd en die plakken we gewoon vast tussen de andere nog-net-vast-staande tanden. Nee hoor, verder niks aan het handje en niks aan te doen. Even wat geld er tegenaan en je kunt er nog jaren mee verder. Ja, precies tot aan de tijd dat hij met pensioen ging.

Fraai is dat…

Nou en dan aan mij de schone taak om mensen te vertellen dat er pus uit hun tandvlees loopt. Dat er tanden losstaan. Dat ze met een gigantische infectie rondlopen. Dat er tanden onder het tandvlees afgebroken zijn, overdwars doorboord zijn in plaats van netjes verticaal en op het punt staan om ter plekke een hartkwaal of bloedvergiftiging te ontwikkelen. Dat er voor een goede oplossing de portemonnee flink getrokken moet worden. En dat terwijl ze zelf helemaal nergens last van hebben.

Dus tja, ze komen in de volle overtuiging binnen dat ze heel vrolijk weer weggaan, gevoerd met de allerlaatste roddels. Maar niks is minder waar. Sommige mensen heb ik letterlijk in mijn armen moeten opvangen van de ontsteltenis. Ik heb hen moeten vertellen dat ze hun voortanden moeten laten trekken.

Achterin versus voorin

Als ik iemand erop wijs dat ze een dure behandeling moeten om een kies te redden dan is vaak wat ik te horen krijg: “Och, een kies. Die zie je toch niet. Ik laat hem wel trekken.” Dan moet ik ze vaak toch duidelijk maken dat het nogal wat consequenties kent. Bij een voortand heb ik meestal precies het gesprek andersom. Voortanden zijn heilig voor menig mens. Ondanks dat ze rationeel ook wel weten dat gezondheid voorop staat is het verlies van een voortand, hoe ontstoken dan ook, heel moeilijk.

Je voortanden horen echt heel erg bij jou. Ze zijn echt onderdeel van wie je bent. Ze bepalen je identiteit. Door je tanden bloot te lachen, laat je zien wie je bent. Als voortanden moeten vervangen worden door een uitneembare voorziening in plaats van een brug of implantaten, is het nog heftiger. Je tanden in een glas water als je ergens gaat logeren is toch heel gênant. Je voelt je onaantrekkelijk zonder je eigen bijters. Je zal niet de eerste zijn die zijn bloedeigen partner niet meer wil zoenen, laat staan iets anders.

Eerlijk duur het langst?

Daarom heb ik liever dat ik de tijd krijg om voorzichtig aan te kondigen dat die voortanden een keertje verloren zullen gaan. Ik snap hoe gevoelig het ligt. Goed, de een haalt zijn schouders ervoor op maar er zijn er genoeg die hier misschien wel tien jaar de tijd voor nodig hebben om aan het idee te wennen. Maar ja, die tijd is er soms echt niet. Dan overdonder ik mensen ermee. Onthutst is hierbij het juiste woord. Wie moeten ze nu geloven? Die lieve oude tandarts of die pin die het slechte nieuws zomaar ineens vertelde? Het is voor mij altijd weer afwachten wat het gaat worden en moet ik mezelf inpeperen dat ik wel eerlijk ga blijven. Hoe moeilijk dat soms ook is. 

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply