Röntgenfoto’s, moet ik ze weigeren?

Auteur: Lieneke Steverink-Jorna

Het maken van röntgenfoto’s bij de tandarts laat je niet zomaar doen. De tandarts is de enige in het team die de beslissing mag maken om een foto te maken. En uiteraard heb jijzelf het laatste woord. Wanneer is het nu slim om een foto te laten maken en wanneer niet?

Is röntgenstraling gevaarlijk?

De foto’s bij de tandarts worden met behulp van röntgenstraling gemaakt. Deze straling kan je niet zien, voelen, proeven of ruiken. Het is ontdekt door Wilhelm Röntgen. Je kunt ermee dwars door weefsel heen kijken. Deze straling komt ook van de zon af, maar wordt door de atmosfeer (ozonlaag) tegen gehouden. Dat is maar goed ook, want de straling kan ons DNA veranderen. Hierdoor verandert dus ons genetisch materiaal en kan kanker veroorzaken.

Zoals je weet, is er een gat in de ozonlaag. Het is dus belangrijk om niet teveel te zonnen en je in te smeren om geen huidkanker te krijgen. Tijdens een vliegreis krijg je ook meer straling te voortduren; kosmische straling. Om te zorgen dat je niet een teveel aan straling krijgt zijn er strenge regels rondom röntgenfoto’s.

Röntgenfoto’s mogen niet te vaak bij je gemaakt worden.

Hoeveel straling komt er van de tandarts af?

11% van de straling die we gemiddeld jaarlijks ontvangen is afkomstig van röntgendiagnostiek. Hoewel 36% van het medische röntgenonderzoek bij de tandarts plaatsvindt, komt slechts 1% van de straling vanaf de tandarts af.

Hoeveel straling mag je hebben?

Bij het werken met straling moet worden uitgegaan van het ALARA principe. ALARA staat voor As Low As Reasonably Achievable. Dat betekent dat de stralingsdosis voor personen en omgeving zo laag als redelijkerwijs mogelijk moet zijn.

Er zijn dosislimieten voor werknemers en voor burgers. Medewerkers kunnen een TLD-bagde dragen. Dat is een metertje die op de borst wordt gedragen en kan meten hoeveel een medewerker aan straling heeft opgevangen.

Zij mogen niet meer dan 20mSv per jaar ontvangen. Deze badge zal je echter vrijwel nooit bij een tandheelkundig medewerker vinden, want daarvoor is de röntgentoepassing te laag binnen een mondzorgpraktijk. Een patiënt mag slechts 1 mSv per jaar ontvangen. Dat is dus veel minder dan een medewerker.

Toch gelden er voor de medewerkers ook regels om zelf niet een teveel aan straling te ontvangen. Zo zal er in lood in de praktijkmuren moeten zijn en zal bij het nemen van een röntgenopname de behandelaar weglopen en achter een deur of muur gaan staan. Ook voor de patient worden maatregelen genomen in de vorm van een bepaalde röntgenbuis.

Hot item….

De laatste jaren ligt het gebruik van röntgen weer volop in de spotlight bij tandartspraktijken. Het bleek dat er buiten de gezondheidszorg voorzichtiger met straling werd omgegaan dan bij de medisch radiologische toepassing. Met de komst van de digitalisering kwam er ook digitaal röntgen. Hierbij dacht men dat er juist minder straling zou vrij komen. Dit klopt in principe ook. Maar er wordt gewaarschuwd voor het tegengestelde effect, een hogere dosis voor patiënt en omgeving.

Hoe kan dat nou?

Omdat de behandelaar door softwarematige bewerking van de ruwe beelden niet ziet of het originele beeld wellicht is vervaardigd met een te hoge stralingsdosis. Bij de ouderwetse röntgenfilm was dit wel direct duidelijk. Een tweede onderwerp waar nadrukkelijk bij wordt stilgestaan, is de benodigde stralings­dosis in relatie tot de diagnostische vraagstelling.

Niet iedere diagnostische vraagstelling vereist de maximaal mogelijke beeldkwaliteit en de daarmee gepaard gaande hogere dosis. Bovendien zie je met het huidige röntgen veel sneller of de foto wel goed is of niet. Een tweede foto waar net dat je ene randje van die kies wel opstaat, is dus ook veel sneller gemaakt terwijl dat vroeger achterwege bleef.

LALALALA…

Recent is naast ALARA de ALADA gekomen. Dit staat voor ‘As Low As Diagnostically Acceptable’, waaruit duidelijk wordt dat de dosis moet worden afgestemd op wat diagnostisch nodig is en niet op wat een mooi röntgenbeeld oplevert.

De adviezen zijn:

  • Maak niet routinematig röntgenopnamen, maar slechts op individuele indicatie (rechtvaardiging)
  • Gebruik iets wat weinig straling nodig heeft, zoals digitaal röntgensysteem (ALARA)
  • Richt de straling enkel tot het interessegebied (ALADA)
  • Gebruik een loodkraag of kinschild (lees hierover verderop in dit artikel)
  • Verkort de tijd hoelang er gestraald wordt (ALADA)
  • Gebruikalleen een CT-scan wanneer dat strikt noodzakelijk is (ALADA)

Naast dat dit allemaal in het achterhoofd van een tandheelkundig behandelaar omgaat en er maatregelen zijn genomen, moet er ook van alles gedocumenteerd worden. Het KEW-dossier rondom röntgen in een praktijk wordt door externen getoetst.

Loodschort of schild

Een loodschort is bedoeld om een groot gedeelte van het lichaam af te schermen. Het gebruik in de tandheelkundige radiologie heeft geen toe­gevoegde waarde. Aangetoond is dat de stralingsdosis in het buikgebied niet echt wordt beïnvloed door gebruik van een loodschort. De enige reden om een loodschort te overwegen is angst- en stressreductie bij de patiënt.

Kinderen

Voor een kinschild of loodkraag ligt dit een beetje anders. De schildklier is gevoelig voor straling, vooral bij personen onder 30 jaar, en de klier ligt dichtbij het bestraalde gebied. Het gebruik van kinschild of loodkraag bij kinderen is aan te bevelen.

Bij kinderen is vorig jaar nog een extra maatregel bijgekomen. De grote overzichtsfoto’s moeten tegenwoordig eerst aangevraagd worden voordat het gemaakt mag worden.

Bij kinderen kunnen foto’s nodig zijn, omdat de melkkiezen meer tegen elkaar geplaatst zijn dan in het volwassen gebit. Er is dus een groot stuk dat niet zonder foto’s gezien kan worden, maar waar wel gaatjes kunnen ontstaan. Ook is het handig te weten of alle opvolgers (de blijvende tanden en kiezen) wel of niet aangelegd zijn. Zijn deze in de kaak niet aanwezig, dan zullen zij nooit doorbreken.

Verschillende foto’s

Bij de meeste patiënten worden er elke 2 tot 3 jaar controle foto’s gemaakt. Eentje rechts en eentje links. Op deze foto zijn enkel de kiezen zichtbaar waarop de kroon is te zien en een klein stukje van de wortels. Op deze foto’s kunnen vrijwel alleen gaatjes goed worden gediagnostiseerd. Als je veel risico loopt op foto’s moeten er vaker foto’s worden gemaakt. (zie het stuk over fluoride) Heb je vrijwel nooit een gaatje, dan is om de drie jaar een prima termijn.

Naast controle-foto’s (bitewings) kunnen er ook ‘solo’s gemaakt worden. Hierop staat de wortel in zijn geheel afgebeeld. Dit kan nodig zijn als er een vermoeden is dat er iets mis is bij de wortelpunt. Bij forse botafbraak kan ook een solo nodig zijn. Is het botafbraak minder ernstig dan kunnen verticale bitewings ook voldoende zijn. Hier staan de wortelpunten niet bij op, maar wel een groter deel van de wortel dan bij de controle-foto’s.

Overzichtsfoto’s (OPT) geven geen detailopname. Na aanleiding van een OPT kan het nodig zijn om alsnog een solo te maken om een duidelijker beeld te krijgen. Een OPT is niet geschikt om gaatjes uit te sluiten, maar geeft wel een beeld van andere zaken die men niet op solo’s zou kunnen vatten. Bijvoorbeeld het kaakgewricht of de lengte van het kaakbot. Het wordt gemaakt als er bijvoorbeeld implantaten nodig zijn.

Maar ik heb geen last?

Foto’s maak je niet alleen bij pijnklachten om te zien wat er precies aan de hand is en waar de pijn precies vandaan komt. Foto’s worden ook gemaakt voor ‘vroegdiagnostiek’ . Dit is het in heel vroeg stadium ontdekken van aankomende problemen. Dan kan er al actie worden ondernomen. Vaak is dan gerichte preventie al genoeg en hoeft er geen boor aan te pas te komen.

Wat als ik weiger?

Als de tandarts echt foto’s nodig vindt, maar jij weigert (wat je recht is…) dan kan het zijn dat de tandarts het te veel risico vindt om de verantwoordelijkheid over jou te dragen.

De tandarts kan je dan een formulier laten invullen dat jij goed geïnformeerd bent en dat het risico voor jou is. Het kan ook zijn dat de tandarts je in het geheel niet meer wil behandelen. De tandarts staat dan in zijn recht om je niet verder te behandelen.

Is alleen de tandarts beslisvaardig?

Op dit moment is enkel de tandarts diegene die opdracht kan geven aan een bekwaam behandelaar om foto’s te vervaardigen. Dat komt doordat het een ‘voorbehouden handeling’ is; een handeling die aan artsen voorbehouden is. Verwacht wordt dat er per 2020 een regelgeving van start gaat waarbij geregistreerd mondhygienisten zelf kunnen beslissen om een foto te (laten) maken. Op dit moment (2019) moeten zij hiervoor nog opdracht krijgen van de tandarts. Hierover een andere keer meer. Een diagnose stellen is geen ‘voorbehouden handeling’. De assistent mag hierover in geen geval zelf beslissen en soms zelfs niet even op het knopje drukken…

Toestemming vragen en verlenen

Als er röntgenfoto’s worden gemaakt, moet jij het daarmee eens zijn. Ook is het volgens de inspectie belangrijk dat aan de kinderen en hun ouders duidelijk wordt gemaakt waarom het nodig is om een röntgenfoto te maken en wat de risico’s zijn. Ouders en/of kinderen moeten ook toestemming geven voor het maken van de foto’s. Kinderen onder de 12 jaar mogen hierover niet zelf beslissen. Vanaf 12 jaar beslissen zij mee. Als een niet-tandarts een foto maakt, dan moet hij/zij je hierover informeren. Het moet je duidelijk gemaakt worden dat het om een voorbehouden handeling gaat.

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!