kronen

Kronen: Hoe Ga Je Ermee Om?

Kronen

Een kroon is een soort dop over je kies of tand heen. Je krijgt ‘m als een vulling niet meer voldoende is. Bijvoorbeeld doordat er teveel weefsel van je oorspronkelijk kies of tand weg is of omdat er een grote kans is op een breuk. Een kroon kan ook onderdeel zijn van een brug. Meestal verbetert je uiterlijk er wel op, maar er zijn ook heel wat mensen die met lelijke kronen op hun voortanden rondlopen. Ook heb ik helaas ook een aantal mensen die juist problemen kregen door een kroon. Hoe komt dit en hoe ga je goed met je kronen om?

Opbouw

Om goed te snappen hoe de esthetiek beïnvloed kan worden, moet je eerst even weten hoe een kroon is opgebouwd. Een kroon kan van verschillende materialen gemaakt worden. Van porselein en van metaal. Vroeger zette men vaak zilverkleurige of gouden kronen.

De zilverkleurige worden nu nog weleens in het melkgebit gebruikt: de roestvrije stalen kroon. Bij kindjes die veel gaatjes hebben en men niet al te veel wil lastig vallen met de boor of extracties kan zo’n confectiekroontje gezet worden. De kiezen zijn dan goed beschermd tegen gaatjes. In het volwassengebit zie ik eigenlijk nooit meer. Wellicht als iemand echt niet veel budget heeft, dat het nog weleens geplaatst wordt, maar het is eigenlijk ‘not done’. Soms wordt het geplaatst als tijdelijke kroon.

Gouden kronen zie ik nog wel eens bij wat oudere mensen, vooral als ze een tandarts of tandtechnieker in de familie hebben. Goud is gewoon goed materiaal, maar zeker niet goedkoop. Overigens kan je om die reden de tandarts je getrokken gouden kroon laten inzamelen voor een goed doel.

Veel kronen zijn van porselein en metaal. Op de buitenzijde van de kroon is dan het mooi gekleurde porselein opgebakken en is een technieker heel druk geweest om dit te matchen met je andere voortanden. De binnenzijde is van grijs metaal.

Tegenwoordig heb je ook prachtige zirkoniumkronen. Helaas zijn deze niet zo breukvast, heb ik me door collega’s laten vertellen. Zirkonium heeft niet zo’n lelijke metaalkleurige rand, maar is in zijn geheel tandkleurig.

Digitale kronen

Nog even een uitstapje naar hoe je een kroon maakt…gewoon omdat ik het zo leuk vind. Want tegenwoordig zijn er ook scans: CAD/CAM noemen ze dat. Zonder deze methode was het een heel gedoe met was en gebitsmodellen en noem-het-allemaal-maar-op. Er moest heel goed gecommuniceerd worden tussen technieker en tandarts. Nu is de beschikbaarheid van Computer Aided Disign (digitaal ontwerpen dus)en Computer Aided Manufacturing (digitaal vervaardigen dus). Er wordt dan een scan gemaakt en met behulp van een freesmachine gewerkt. Die freesmachine kan op het lab van de technieker zijn of op de praktijk. Voordeel is dat je niet het risico loopt dat er meer weefsel afgenomen wordt dan nodig en je hoeft niet meer te ‘happen’.

Lelijk

Goed…even terug naar dat metalen randje…Ik heb nogal wat patiënten die zich te pletter poetsen en dat ene randje bij hun boventanden maar niet wegkrijgen. Ze zijn er zich niet van bewust dat dit de metalen rand is van de kroon die boven het porselein uitpiept. Normaal gesproken ligt dit onder het tandvlees en is het dus niet zichtbaar. Maar als mensen wat ouder worden, dan trekt het tandvlees zich nog weleens wat op. Dan komt er dus een pietje metaal bloot te liggen. Vervolgens gaat men er flink op zitten boenen waardoor er nog meer tandvlees verloren gaat. Verdorie, nu is het alleen maar erger geworden. Sommigen vragen zich af of het soms een gaatje is. Soms gaan ze dus nog harder poetsen waardoor de tandhals erboven nog bloter komt te liggen en poetsen ze daar nog eens een flinke gleuf in. Dit vangt schaduw…dus nog lelijker.

Gaatje krijgen kan nog steeds

Mensen denken regelmatig dat als je een kroon plaatst, dat je dan nooit meer een gaatje aan die kies kunt krijgen. Helaas is dat niet waar. Daar waar de kroon ophoudt, begint natuurlijke tand weer. Dit noemen we de ‘kroonrand’. Echt een randje dus. Zeker als de plaksel (cement) wat verloren is gegaan, dan is dat een broedplek voor bacteriën. Het is dus belangrijk dat je leert omgaan met je kronen. Je poetsmethode moet misschien wat gewijzigd worden en ook hoe je tussen je tanden schoon maakt. Een mooie taak voor de preventieassistent of mondhygiënist om je hierbij te begeleiden om gaatjes tegen te gaan.

Tandvleesontsteking

Niet alleen gaatjes kunnen bij kronen toch nog ontstaan. Ook een tandvleesontsteking komt regelmatig voor. Dit kan komen doordat je niet weet hoe je de boel moet schoonhouden, maar ook door die kroon zelf. Bij het vervaardigen en plaatsen van de kroon moet rekening gehouden worden met iets wat we ‘biological width’ noemen. Dit is een afstand tot het bot wat de natuur nu eenmaal wil hebben. Wordt de kroon te diep geplaatst, dan zit die kroonrand te ver onder het tandvlees, gevaarlijk dicht op de botrand. Bij de een veroorzaakt dit gezwollen tandvlees, bij de ander parodontitis en bij weer een ander terug getrokken tandvlees. Niet fraai dus. En zie er maar weer vanaf te komen….

Buitenland

Tegenwoordig zijn er ook aardig wat mensen die de mondzorg in Nederland te duur vinden. Zij pakken een reisje naar een land waar ze toch al wel heel wilden en snoepen daar ter plekke van de tandheelkunde. Er wordt daar ook druk mee geadverteerd. Soms levert dat echt goede resultaten op, maar helaas heb ik al een aantal mensen zeer teleur moeten stellen. Slechte randaansluitingen resulteerde in no time in akelige abcessen, flinke gaten, breuken en pijn. Het moest eruit…Diegene die zoiets plaatst is natuurlijk verantwoordelijk, maar in de praktijk gaat niemand terug naar de tandarts die het plaatste. Zo zitten we dan met de gebakken peren.

Trotse bezitter

Dus als je in aanmerking komt voor een kroon, laat je goed informeren en hou er rekening mee dat je je kronen met liefde zal moeten behandelen. Een kroon is geen wondermiddel, maar wel een mooie oplossing. Draag ‘m met trots 😉

Over de schrijver

  • Lieneke Steverink Jorna

    Lieneke is sinds 2001 werkzaam in de mondzorg en studeerde aan de HAN. In 2013 mocht ze de titel Mondhygienist van het Jaar dragen. Ze werkt in een aantal praktijken om patiënten te behandelen en om het preventieteam leiding te geven. Lieneke was de eerste mondhygiënist die internet en social media ging inzetten om mondgezondheid te promoten. Daarnaast komt ze veel de praktijk uit om vrijwillig kinderen actief op te zoeken die niet vanzelf naar de praktijk komen. Bijvoorbeeld tijdens Kidsfabriek, in de bibliotheek, bij de Zomerschool of bij de Jonge Gezinnenbeurs. Ze spreekt soms op symposia en congressen voor collega’s. Schrijven is een uit de hand gelopen hobby van haar. Lieneke wenst voor alle Nederlanders een gezonde mond en maakt zich hiervoor dagelijks hard.

    Meer over de schrijver

Is dit artikel behulpzaam?

Bedankt voor je feedback!

Leave a Reply